Aanspreekvormen
Aanspreekvormen zijn in het Japans duidelijk afhankelijk van de relatie
met de aangesprokene, bijv. of men tot dezelfde groep behoort als de aangesprokene. Een
groep kan zijn: het gezin, de familie, het dorp, de afdeling op het werk, de fabriek etc.
Binnen de groep gebruikt men tegen mensen van gelijke status de 'gewone' aanspreekvorm. In
het Engels wordt dit de 'humble'-vorm genoemd, waarschijnlijk het best te vertalen als de
'bescheiden' vorm. Het is in Japan dan gebruikelijk om binnen de groep elkaar met de
achternaam aan te spreken (dus niet met de voornaam), maar dan wel met het bekende
achtervoegsel -san er achter, zoals bijv. Yamaguchi-san.
Overigens is er soms wel sprake van kleine modieuze verschuivingen. In Murakami's boek
'Norwegian Wood', wordt de hoofdpersoon, zelfs door zijn vriendin aangesproken met alleen
maar zijn achternaam, Watanabe, zonder -san. Dit was in de tijd dat dit verhaal zich
afspeelde mode bij de studenten.
Tegen mensen binnen de groep maar met een hogere status (kind tegen vader of medewerker
tegen zijn baas) of tegen leden buiten de groep wordt een beleefde aanspreekvorm gebruikt.
Daarnaast kent men nog de zeer beleefde vorm, die gebruikt wordt tegen zeer hooggeplaatste
personen, zoals tegen directeuren.
Als men over (in plaats van tegen) leden van de eigen groep spreekt, praat men in de
'bescheiden' vorm maar sprekende over mensen buiten de groep, wordt weer de beleefde vorm
gebruikt. Een andermans vrouw wordt in de beleefde vorm 'okusan' genoemd, maar iemands
eigen vrouw heet dan (in de 'bescheiden' vorm) 'kanai'. Kanai bestaat uit twee karakters,
waarvan de een 'huis' betekent en de ander 'binnen'. Kanai zou dus vertaald kunnen worden
als 'iemand die binnenshuis verblijft'.
Als een kind over zijn vader praat wordt de bescheiden vorm gebruikt: 'chichi', maar tegen
zijn vader zegt hij: 'otôsan, de beleefde aanspreekvorm. Voor moeder geldt 'haha' als een
kind over haar praat maar hij roept naar haar met 'okâsan'. Tegenwoordig wordt in plaats
van haha en chichi ook wel 'mama' en 'papa' gebruikt, maar voornamelijk door de jongere
kinderen.
Vroeger werd ook tegen de oudere broers en zusters, dus binnen het gezin,
de beleefde vorm gebruikt. Een jongen sprak zijn oudere broer aan met oniisan (bescheiden
vorm is 'oni') en ook de vrouw sprak haar echtgenoot in de beleefde vorm aan. Dat komt
tegenwoordig nog maar weinig voor, veelal wordt er gebruik gemaakt van bijnamen. Een
bijnaam ontstaat meestal, net als bij ons, in de loop van de tijd en wordt door vrienden
gecreëerd. Dit zijn dan bijv. afgeleiden van de gewone namen en hebben geen negatieve
betekenis. Iemand die als voornaam Shinobu heeft, kan bijv. Shi-chan genoemd worden. Het
gebruik van deze bijnamen is dermate geaccepteerd dat men die ook vraagt als een gewone
relatie naar vriendschap toegaat. Overigens is dit meer gebruikelijk bij vrouwen en
daarbij kan het achtervoegsel -chan gebruikt worden, hetgeen dan duidt op een bijzonder
goede (vriendschaps)relatie waarbij leeftijdsverschil tegenwoordig niet meer van belang
hoeft te zijn. Mannen gebruiken wat vaker alleen de achternaam (dus zonder -san) als
een soort bijnaam, maar ook hier geldt dat dit alleen binnen een hechte
(vriendschaps)relatie gebeurt. Indien er geen sprake is van een goede relatie wordt het
gebruik van alleen de achternaam als onbeleefd of zelfs grof ervaren. Aangetrouwde
kinderen spreken hun schoonouders nog wel in de beleefde vorm aan.
san
Het bekende achtervoegsel -san wordt gebruikt als aanspreekvorm voor volwassenen en staat
ongeveer gelijk aan onze meneer of mevrouw. Het kan bijna altijd gebruikt worden, ook
binnen een wat formelere relatie, bijv. binnen een bedrijf. Dit achtervoegsel -san, wordt
bijna altijd achter de achternaam gebruikt. Achter de voornaam kan wel, maar dit gebeurt
eigenlijk alleen door directe familieleden.
San wordt ook gebruikt achter een winkeltypeaanduiding om de eigenaar aan te duiden.
Bijvoorbeeld een boekenwinkel is 'honya'. De winkelier is dan 'honyasan'.
sama
Het ook gebruikte achtervoegsel -sama is een beleefdere versie van -san.
chan
Het eerder genoemde -chan is een soort verkleinvorm van -san en wordt alleen bij een wat
intiemere (vriendschaps)relatie voor vrouwen gebruikt.
kun
Het achtervoegsel -kun werd oorspronkelijk gebruikt door oudere personen die een jongen of
jongere man aanspraken. Tegenwoordig is het gebruik wat ruimer, zo kunnen oudere mannen
én vrouwen nu jongeren aanspreken met -kun, zoals Yamaguchikun. Deze jongeren zijn dan
meestal jongens maar tegen meisjes wordt het ook wel eens gebruikt, zoals in een bedrijf.
Dit betekent over het algemeen wel dat de aangesprokene dan een lagere positie bekleedt.
Meisjes (van kleuterschool tot universiteit) gebruiken vaak -kun tegen jongens, zoals ook
moeders hun zonen met -kun roepen.
Als buitenlander heeft men altijd wat meer ruimte, de
Japanner gaat er al vanuit dat een buitenlander er weinig van begrijpt, maar het beste is
om altijd achternaam-san te gebruiken, bijv. als men net aan elkaar is voorgesteld. De
Japanner zal de buitenlander ook met achternaam-san aanspreken. Wil de Japanse
kennis/vriend anders aangesproken worden, bijv. omdat de relatie vriendschappelijk wordt,
dan zegt men dit wel.
In het westen gebruiken we nogal veel de persoonlijke voornaamwoorden ik, jij, hij, zij
etc. In Japan gebruikt men die nauwelijks, eigenlijk alleen om er de nadruk op te leggen.
Door de zinsbouw is het altijd wel duidelijk wie bedoeld wordt en in plaats van 'jij'
wordt vaak de naam gebruikt of de titel of het beroep. Tegen Yukiko zegt men dan
Yukiko-san, ....... en dan volgt de zin. |