Klik hier, als links het navigatiemenu ontbreekt. |
|
Bevolking
van Japan |
|||||||
Jaar |
Aantal inw. |
Jaar |
Aantal inw. |
Jaar |
Aantal inw. |
Jaar |
Aantal inw. |
610 |
5.000 |
1930 |
64.450 |
1970 |
104.665 |
2002 |
127.480 |
~1300 |
9.750 |
1935 |
69.250 |
1975 |
111.940 |
2003 |
127.690 |
~1590 |
18.000 |
1940 |
71.930 |
1980 |
117.060 |
2004 |
127.780 |
1750 |
25.900 |
1945 |
72.150 |
1985 |
121.050 |
2005 |
127.768 |
1800 |
25.500 |
1950 |
84.115 |
1990 |
123.610 |
2006 |
127.770 |
1872 |
27.200 |
1955 |
90.080 |
1995 |
125.570 |
2007 |
127.771 |
1920 |
55.960 |
1960 |
94.300 |
2000 |
126.930 |
2008 |
127.692 |
1925 |
59.740 |
1965 |
99.210 |
2001 |
127.310 |
2010 |
127.176 |
Voor de getallen in bovenstaande tabel is gebruik gemaakt van het Statistical Yearbook of Japan 2007 en 'The Population of Japan' van Taeuber. De cijfers zijn afgerond t.o.v. de originele en die t/m 1750 zijn benaderingen. Daarna komen de getallen uit volkstellingen. Het getal voor 2010 is een verwachting. |
Emigratie
Door de snelle bevolkingsgroei voorzag de Japanse overheid een aantal problemen en men
begon wegen te zoeken om die groei wat te beperken. Een van de maatregelen die men kon
bedenken was (naast industrialisatie) emigratie. In feite had men vanaf de
Meiji-omwenteling de grenzen t.b.v. emigratie open gezet, maar dit begon pas aan het eind
van de 19e eeuw daadwerkelijk op gang te komen. Landen die in aanmerking kwamen waren
Amerika en Canada maar ook Hawaii en Australië waren in trek. In Hawaii kon men op de
suikerplantages werken en in 1886 kwam er een overeenkomst tussen de Japanse overheid en
de suikerplantages om te zorgen voor 180.000 Japanners tegen 1909 (bron: The American
Immigration Law Foundation en de State of Hawaii Encyclopedia). Hoewel het werk zwaar was
en er ook veel Japanners vóór de afloop van hun contract weggingen, werd het contingent
Japanners in Hawaii erg belangrijk. In 1924 was 40% van de bevolking van Hawaii van
Japanse afkomst. Ook in Californië vestigde zich een groot aantal Japanners, maar de
lokale bevolkingen keerden zich echter tegen de grote groep Japanners. Enerzijds was dit
ontstaan door hun geringe assimilatie maar daarnaast vormden zij door hun werklust en
succes een potentiële dreiging voor de autochtonen op de arbeidsmarkt. Het resultaat was
het instellen van een quotum, waardoor de Japanners andere emigratielanden moesten zoeken.
Men richtte zich nu op Zuid-Amerika, op landen als Brazilië en later Peru. Naar Peru
trokken zo'n 50.000 Japanners en naar Brazlië waren het honderdduizenden, doordat de
emigratie nog steeds door de overheid werd gestimuleerd. Later werden dat er minder want
ook in Brazilië werden quota ingesteld, maar in 1940 zaten er nog steeds 20.000 Japanners
in Peru en 193.000 in Brazilië (bron: The Population of Japan).
Moderne tijd
Vlak na de Tweede Wereldoorlog kreeg men in Japan, net als in de westerse landen, te maken
met een baby-boom. In diezelfde tijd kregen de Japanners van de Amerikaanse bezetter
medische en sociaal-economische hulp, hetgeen resulteerde in een sterke
bevolkingsgroei. Zeker in een tijd zo vlak na de Tweede Wereldoorlog, waarin men nog
weinig toekomstperspectieven zag, leek dat niet gewenst en vanaf 1949 werd abortus niet
alleen gelegaliseerd maar zelfs gestimuleerd. We zien dan ook in onderstaande grafiek een
sterke afname van de bevolkingsgroei, vanaf 1950 tot ongeveer 1957. Dan stabiliseert het
zich met een lichte opleving rond 1973. Dit is een tweede baby-boom effect: de
baby-boomers krijgen dan kinderen. Daarna wordt de groei weer steeds kleiner
en komt zelfs rond de nul in 2005. Deze laatste daling is voornamelijk het
gevolg van het stijgende gebruik van anticonceptiemiddelen. Vanaf 2005 zien
we een daling in het inwoneraantal van Japan. Was het in 2005 nog
127.760.000, in juli 2006 schatte men het aantal inwoners op 127.463.600,
maar is nu (2023) 124.513.700.
Hi-no-e uma
Een vreemde neerwaartse piek in de groei is in 1966 te zien. 1966 was het jaar van
'hi-no-e uma', hetgeen 'oudere broer van vuur' met het jaar van het 'paard' betekent. Dit
is een aanduiding van een jaar volgens de oude Japanse kalender, waar veel Japanners
overigens nog rekening mee houden. Elke jaaraanduiding komt om de 60 jaar terug. Een
meisje dat in een 'hi-no-e uma' jaar wordt geboren, zou een ongelukkige toekomst hebben,
vandaar het geringere aantal geboortes, want al geloof je er niet echt in, je kunt er voor
de zekerheid toch rekening mee houden.
De toekomst en de vergrijzing
Japan heeft natuurlijk, waarschijnlijk zelfs in grotere mate dan de westerse landen, te
maken met de vergrijzing. Dit heeft een aantal oorzaken. Japan laat nauwelijks immigranten
toe en normaal gesproken zijn dit meestal jonge mensen. Het geboortecijfer is al jaren erg
laag. Hierboven in de grafiek staat het aantal geboortes per 1000 inwoners, maar als we
die uitdrukken in kinderen per vrouw, komen we voor Japan op 1,25 terwijl 2,1 nodig is om
de bevolking op hetzelfde niveau te houden (in Nederland is dit 2,66). De
levensverwachting in Japan is erg hoog. Op dit moment is de levensverwachting in Japan
voor mannen 79 jaar en voor vrouwen bijna 86 jaar. Eén op de vijf Japanners is ouder dan
65 jaar en hiervan zijn zelfs al meer 36000 Japanners ouder dan 100 jaar. Deze aantallen
stijgen alleen maar. Dit kan allerlei problemen oproepen, zowel financiële als sociale.
Een typisch Japans probleem kan ontstaan doordat de ouderen vroeger, veel meer dan bij
ons, bij de kinderen kwamen of bleven wonen en door de kinderen werden verzorgd. De
laatste tijd blijven steeds meer ouderen op zichzelf wonen maar hebben wel hulp nodig.
Onderstaande afbeelding toont duidelijk de verwachte vergrijzing. In 2050 bestaat, volgens
deze verwachting, de Japanse bevolking voor ongeveer 1/3 deel uit 65-plusssers en volgens
een andere (hier niet getoonde) extrapolatie zou deze groep in het jaar 2100 dan zelfs de
helft van de totale bevolking uitmaken.
De bevolkingsopbouw in 1950, 2005 en 2050 (verwacht) |
Men heeft ook een schatting gemaakt van de bevolkingsgroei in de toekomst. Deze zien we in onderstaande tabel weergegeven. Sinds 2005 overtreft het sterftecijfer het geboortecijfer en dit zet zo door volgens deze verwachtingen. De Japanse regering gaat, al of niet via ongelukkige opmerkingen over 'vrouwen als geboortemachines' (opmerking minister van gezondheid Yanagisawa Hakuo in februari 2007), proberen om het geboortecijfer weer omhoog te trekken.
Geschat aantal inwoners van Japan
(2010 - 2100) |
||||||
2010 |
2020 |
2030 |
2040 |
2060 |
2080 |
2100 |
127.470 |
124.110 |
117.580 |
109.340 |
91.590 |
74.930 |
64.140 |
Volgens deze verwachtigen zouden er in het jaar 2100 slechts 64 miljoen Japanners wonen in Japan. Of dit inderdaad zo zal gaan, is natuurlijk afhankelijk van allerlei factoren, maar het zou goed zijn om daar rekening mee te houden, hetzij door dit bijtijds proberen om te buigen of door er rekening mee te houden in de sociaal-economische structuren, maar het eerste zal ongetwijfeld de voorkeur verdienen.
Voor veel informatie van deze pagina is gebruik gemaakt van
Statistical handbook of Japan 2006 en 2007
en The World Factbook (zie de links).