Achtergrondartikelen >>

Overzicht van perioden

Kamakura- en
Muromachiperiode

Taishôperiode

Lijst van keizers van Japan

Vroegste geschiedenis +
Jômon- en Yayoiperiode

Shôwaperiode

Lijst van shoguns

Azuchi Momoyamaperiode

Heiseiperiode

Overzicht in jaartallen

Kofunperiode

Tokugawa (Edo) periode

Nara- en Heianperiode

Meijiperiode

Klik hier, als links het navigatiemenu ontbreekt.


Meijiperiode

(van 1868 - 1912)

Begin van de nieuwe tijd
Door allerlei verwikkelingen kon de 15 jarige keizer Mutsuhito (bekend als keizer Meiji) in 1867 uiteindelijk bevel geven aan een aantal hem getrouwe daimyô om de bakufu omver te werpen. De shôgun Tokugawa Yoshinobu gaf zich gewonnen en de strijd was beslist in eind 1867. Begin 1868 legt de keizer de eed af en een nieuwe periode, de Meiji periode (vanwege de grote ommekeer en terugkeer van de keizer ook wel Meiji restauratie genoemd), was begonnen. De keizer kwam vanuit Kyoto naar Tokyo (dat tot dan toe Edo heette) en dit werd nu de hoofdstad van Japan. Er kwam een nieuwe regering met als hoogste doel een moderne staat te creëren, vergelijkbaar met westerse staten en minstens net zo sterk op economisch en militair vlak. Men zag dus het westen (Europa, zoals Duitsland) als groot voorbeeld. Dit zou ook later blijken uit de nieuwe grondwet die op 11 februari 1889 werd afgekondigd en die sterk leek op de Pruisische grondwet van Bismarck. Men zag ook dat de meeste westerse landen koloniale machten waren en ook dit zou men als voorbeeld zien. In 1879 werden de Ryûkyû eilanden bij Japan ingelijfd (behoorde min of meer bij China). Ook in het noorden was men actief. In een verdrag met Rusland werd bepaald dat Sachalin bij Rusland zou horen maar dat de Koerillen Japan zou toebehoren. Ook rond Korea (een oude wens van Japan) ontstonden er verwikkelingen, ook met China dat Korea zou helpen. In 1894 was er een daadwerkelijke oorlog tussen China en Japan, hetgeen weer resulteerde in een verdrag van Shimonoseki in 1895 waarbij China een schadeloosstelling aan Japan betaalde en diverse stukken grond afstond, zoals Taiwan en het schiereiland Liaodong met de belangrijke oorlogshaven Port Arthur. Dit was zeer tegen de zin van Rusland, Duitsland en Frankrijk die er weer voor zorgden dat Liaodong werd teruggegeven aan China. Dit veroorzaakte weer een anti-Russische stemming in Japan, met name toen Rusland zelf dit schiereiland van de Chinezen in bruikleen kreeg. Rusland had inmiddels zijn invloed in Korea behoorlijk uitgebreid, het mocht bijv. de Mantsjoerijespoorweg naar Port Arthur aanleggen. Bovendien lagen er grote legereenheden in Mantsjoerije  waardoor Japan zich bedreigd voelde. Hoewel het er aanvankelijk naar uitzag dat onderhandelingen de zaak zouden klaren, lukte dit toch niet en op 8 februari 1904 vielen de Japanners de Russische Oostaziatische vloot aan in de haven van Port Arthur, die daardoor werd uitgeschakeld. Maar pas toen de Russisch-Baltische vloot in mei 1905 door admiraal Tôgô Heihachiro werd vernietigd wilden de Russen onderhandelen, onder bemiddeling van de Amerikaanse president Theodore Roosevelt waarbij Japan weer een aantal gebieden in Korea terugkreeg en dus weer de zeggenschap kreeg in Korea. In 1909 werd de premier Itô Hirobumi door een Koreaanse nationalist vermoord en dit was een mooie aanleiding om Korea nu maar te annexeren. Korea heette van nu af Chôsen en was een onderdeel van Japan.

Intern bleef het ook zeer onrustig. In 1869 begonnen de daimyô hun leengebieden aan de keizer terug te geven en werden tot gouverneur van hun gebied benoemd, maar in 1871 werden uiteindelijk de 'lenen' afgeschaft. Doordat in 1871 de dienstplicht werd ingevoerd, hadden de samoerai geen functie meer en kregen zij slechts een klein pensioentje. Uiteraard veroorzaakte dit grote onrust. Men moet niet vergeten dat er 460.000 samoerai waren die door de eeuwen heen de hoogste status in het land hadden gehad en nu opeens gedegradeerd waren tot de status van het gewone volk. Dit werd nog erger toen in 1876 hun het grote voorrecht, het dragen van zwaarden, werd ontnomen. E.e.a. leidde tot de laatste opstand van de laatste samoerai, die in 1877 uitbrak. De leider van de opstandelingen, Saigô Takamori, verschanste zich met zijn samoerai in het kasteel van Kumamoto en kon 50 dagen stand houden tegen het (dienstplichtige) leger van de regering. Hij heeft zich nooit overgegeven maar pleegde seppuku. Het kasteel werd hierbij grotendeels verwoest. Deze opstand staat bekend als de Seinan sensô (Satsuma rebellie).

De industrialisatie kwam op gang via staatsbedrijven maar dit werden langzamerhand particuliere bedrijven, die uitgroeiden tot grote concerns, de zaibatsu. Deze kregen grote invloed op de politiek.


Links

Literatuur


Deze pagina is een onderdeel van Uchiyama's website over Japan
terug naar begin