De Japanner en de groep
Voor de Japanner is niet zozeer de groep belangrijker dan het individu maar veeleer
speelt het behoren bij een groep een grote rol. Daarmee hangt nauw een 'Japanse
mentaliteit' samen, nl. de eercultuur. Zie hiervoor de pagina Eer- of schaamtecultuur. Van jongs af aan groeit men in Japan op met
besef dat men bij een groep hoort. In eerste instantie hoort men bij de groep van het
eigen gezin. Deze is weer onderdeel van de groep eigen familie. Vaak is deze weer
onderdeel van een bepaalde clan. Daarnaast is men onderdeel van andere groepen. Op school
kent men de groep 'klas' en dan de groep 'school'. Ook het werk vormt zo zijn eigen
groepen. De kleinste groep zijn de collega's, dan de afdeling en dan het bedrijf. Ook in
de taal manifesteert zich dit omdat men zich nederig uitlaat over zijn eigen groep (zoals
als wij ook bescheiden zijn over ons eigen gezin). Iemand van binnen de groep wordt
"nakama" genoemd terwijl iemand van buiten de groep "tannin" heet.
Welke van zijn eigen groepen men bedoelt is afhankelijk van de persoon waarmee men
spreekt. Is dit een vertegenwoordiger van een andere familie, dan spreekt men in nederige
bewoordingen over zijn eigen familie maar is die persoon een vertegenwoordiger van een
ander bedrijf dan spreekt men in die nederige bewoordingen over het eigen bedrijf.
Het behoren bij een groep is van levensbelang. Men groeit op als kind met dit groepsbesef
en op latere leeftijd is het de groepsmentaliteit die het gedrag bepaalt. Binnen een groep
vertrouwt men elkaar volledig en kent men elkaars problemen. Dit betekent dat er ook een
vrij sterke vertrouwensrelatie bestaat binnen de groep.
Een praktisch voorbeeld hiervan is dat men voor het starten van nieuwe (zakelijke)
contacten zich bij voorkeur door een gemeenschappelijke kennis (dus een ander lid van de
groep) dient te laten introduceren, dit geeft het beste uitgangspunt. Het op eigen
initiatief aanknopen van zakelijke contacten is "not done". Ook in clubs is het
bijna onmogelijk om zonder introductie binnen te komen.
De bovengenoemde vertrouwensrelatie binnen de groep creëert tegelijkertijd een
bepaalde afhankelijkheidsrelatie, men is afhankelijk van andere leden van de groep. Dit
is een wezenlijk verschil met het westerse individualistische opstelling. In het westen
heeft men weliswaar de vrijheid van het individu maar hier kan eenzaamheid tegenoverstaan
terwijl men in Japan altijd gebonden is aan de regels van de groep maar men wel weer kan
rekenen op diens bescherming.
Over het algemeen (al wordt dit tegenwoordig wel iets anders) weet men zich geen raad
als men opeens buiten zijn groep is geplaatst of per ongeluk gekomen is. Soms kan heel
irrationeel gedrag het gevolg zijn. Men zegt dat dit komt omdat het gedrag binnen een
groep aan bepaalde regels, aan normen en waarden moet voldoen en weet iedereen binnen de
groep waar men aan toe is en hoe men zich gedragen moet. Buiten de groep weet men de
normen en waarden niet meer en kan er paniek ontstaan. Er is geen raamwerk meer waar men
zijn gedrag aan kan ophangen. Men zegt dat dit ook een reden kan zijn geweest voor soms
buitensporig gedrag van de Japanner in oorlogstijd als er geen duidelijke regels meer
gelden en hij als het ware 'losgeslagen' is.
Dit behoren bij een groep werkt ook zeer corrigerend op abnormaal of buitensporig
gedrag. Het is dan de groep die corrigerend optreedt en iemand bijv. buiten de groep kan
zetten. Dit groepscorrectiewerk schijnt er de oorzaak van de te zijn dat er in Japan
bijna geen criminaliteit voorkomt en dus zijn er weinig gerechtshoven en daardoor ook weer
weinig advocaten. Al heeft dit laatste ook weer te maken met het feit dat men problemen
liever niet buiten de groep oplost wegens onherroepelijk gezichtsverlies naar buiten toe.
Het groepsoptreden ziet men ook bij de Japanners die in het buitenland werken.
Duizenden Japanners werken voor hun bedrijf in het buitenland en vormen daar weer hun
eigen 'groepen' in de samenleving, eigen clubs, eigen scholen etc. Dit is op zich een
normaal verschijnsel en zien we eigenlijk bij alle groepen van nationaliteiten die in het
buitenland gestationeerd zijn. Cultuur- en taalverschillen zijn een belangrijke reden,
alsmede de vaak tijdelijke aard van deze werkzaamheden. Japanse firma's wisselen meestal
om de 3, 4 of 5 jaar hun buitenlandse medewerkers. Hier speelt mee dat men, net als bij
bijv. Nederlandse firma's, vindt dat medewerkers flexibel dienen te zijn, maar voor
Japanners speelt ook nog eens mee dat men het idee heeft dat als men te lang buiten de
Japanse samenleving vertoeft, hiervan vervreemdt. Bovendien willen de meesten de kinderen
in Japan en de Japanse cultuur laten opgroeien.
Door de grote cultuurverschillen hebben deze Japanners het in het buitenland nogal eens
moeilijk. Zie hiervoor ook de pagina 'verpakkingskunst'
De in Nederland wonende Japanse Kimiko Kawabata heeft hier een zeer informatief boekje
over geschreven, maar ook de Nederlandse Harriët Kroon heeft over deze problematiek een
boek gepubliceerd. (zie de literatuurlink).
Links
Literatuur |